Als ik dit nu schrijf is het al juni 2025. In het boek zitten we nog in het jaar 2024. Maar dat doet er niet veel toe. Ik plaats dit op dit moment in het boek. Omdat... Omdat dit toch wel een bijzonder moment voor mij is. In mijn leven, zeg maar. En ik probeer dat een beetje te omschrijven.
Ik probeer eigenlijk... Wat ik nu probeer is... Te beschrijven wat... Het plan is... Waar zo velen achter zijn gekomen. Dat ze met ons willen. Waar ze ons naartoe willen hebben. En dat is namelijk. Een leeg gevoel. Met in mijn geval, ik ben 63, een mega warme, volle koffer aan herinneringen aan de oude tijd.
Maar wat ik nu zo schrijnend vind, is dat ik steeds meer ga merken dat we... dat we in die robotmens komen. Dus ik ga steeds meer merken aan alles om me heen dat de werkelijke waarde van dingen aan het vervagen is. Jonge mensen zijn het aan het vergeten.
Als ik dan terugdenk aan het gevoel dat we hadden voor 2020... Ja, dan word ik echt triest. Want dat gevoel was werkelijk een heel ander gevoel. Je kan zeggen, in die tijd werd je voor de gek gehouden en leefde je in de illusie. Maar dat is dus het punt: dat we er nu zijn achtergekomen dat we toen in de illusie leefden, maar dat neemt niet weg dat het leven in die illusie gewoon hartstikke leuk was.
Ik vind het overduidelijk nu hoe onze geesten worden leeggezogen. Ik voel dat bij mezelf ook heel sterk. Mijn geest, die feitelijk bij de juiste inspiratie overvol zit met ideeën en... ja, dingen willen doen in fantasie, die wordt leeggezogen. Want elk idee wat bij me opkomt, elke fantasie die bij me opkomt...
Dus op het moment dat er weer iets bij me naar boven komt, van een soort warm gevoel van fantasie, dan wordt het meteen weggeslagen, omdat ik er geen nut meer voor in zie. Dus de respons is weg vanuit de samenleving. En dat is dus precies waar ze ons willen hebben... En dat voel ik nu heel sterk.
Wat ik ook nu heel sterk zie is dat... dat op alle vlakken in de samenleving, op alle gebieden in de samenleving, is er een onvoorstelbare vlakheid ontstaan. En je kan dat letterlijk vertalen eigenlijk... of ik kan dat letterlijk nu ook vertalen... in de muziek en in de fotografie.
Ik ben van oorsprong muzikant... en ik ben heel lang professioneel fotograaf geweest. Maar in de muziek en de fotografie... de overgang van de analoge tijd naar de digitale tijd. Als ik nu muziek hoor vanuit de analoge tijd, dan hoor ik een ontzettende passie en warmte en dynamiek. En passie, liefde. Liefde voor het leven, echt wilskracht. Gewoon mooi.
En als ik dat dan vergelijk met de huidige digitale muziek... Ja, dat is leeg, koud, goor, ranzig. Banaal.
En als ik de fotografie bekijk van de analoge tijd... dan zie ik ook beelden met een enorme liefde en warmte en diepte. En een waanzinnig mooie scherpte. En als ik dan de plaatjes van AI zie, die zijn wellicht haarscherp en perfect. Maar ze zijn leeg. Er zit geen ziel meer in. De ziel is weg. Dat is het goede woord. De ziel is de laatste vijf jaar uit ons gezogen. Uit de maatschappij gezogen. Uit de mens gezogen. En dat is precies wat ze wilden.
En het erge is... dat verderweg de meeste mensen het nog steeds niet in de gaten hebben... dat het aan het gebeuren is... Omdat mensen dan eenmaal veel te druk bezig zijn met hun dagelijkse dingen, met hun beslommeringen om rond te komen, noem maar op.
En ik denk dat ik als... als kunstenaar – want ik ben eigenlijk... ja, ik ben gewoon altijd kunstenaar geweest, ik heb... ik heb gewoon... ik ben gewoon kunstenaar, klaar – dat ik als kunstenaar daar sowieso altijd enorme aandacht voor heb gehad. Aandacht voor hoe mensen zijn, hoe mensen zich voelen, wat de sfeer is. De empathie voor de wereld. Dat ik als kunstenaar dat gewoon nu rakscherp voel.
Ik zit nu ook op een mooi moment eigenlijk in deze tijd. Zit ik helemaal in mijn eentje. Ergens in Tsjechië, in een klein huisje... En het voelt als het ware alsof het hele verleden van voor 2020, al die prachtige mensen, muzikanten, kunstenaars, schrijvers, noem maar op... dat al die prachtige mensen die er waren, dat het allemaal voor niets is geweest of zo. Zo voelt het.
Als ik nu ook bijvoorbeeld – ik zette net even, en dat doe ik eigenlijk nooit meer – een nummer op van George Michael, dat hij in 1999 opnam. Had hij zo’n jazz-cd gemaakt: Brother, Can You Spare Me a Dime. En als ik dat dan opzet, dan gaat er zo’n droefheid door me heen. Omdat, ja, die man is ook al dood, George Michael. Hoe dat is gegaan, weet ik ook niet, maar die is veel te vroeg doodgegaan. Ik weet niet wat er allemaal speelde ook. Ja...
Dus als ik dat nummer draai, dan word ik zo sterk geconfronteerd... met die tijd vanuit die illusie. En... ik ben er eigenlijk bang voor geworden, voor die tijd. Omdat ik... ik ben er bang voor geworden, omdat ik weet hoe mooi het was... omdat ik besef hoe erg we in de maling werden genomen.
En dat maakt het gewoon zo droevig... om mijn hoofd of mijn ogen of mijn oren in die tijd te steken. Als ik in dat bad duik van die oude tijd... dan... voelt het heel warm, maar ik wil er snel weer uit... omdat ik weet dat er ergens gewoon iets niet klopte. En dat vind ik droevig. Dat vind ik heel droevig.
Ook als ik nog verder terugdenk... aan de mensen zoals mijn ouders... en mijn oma... die al die ontberingen van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Mijn vader, die zijn hele jonge carrière... maar met die politiek bezig was... volslagen fout zat... hoe het werkelijk was. En al die mensen... die zijn vreselijk in de maling genomen...
In de vijftige, zestige jaren dat ik opgroeide, kwamen al die producten op de markt waarvan we nu weten dat die vol zitten met kankerverwekkende stoffen. En dan daar bovenop nog eens een keer dat het bewust is gedaan om ons te elimineren. Ja, ik vind het bijna niet meer... Ik kom er bijna niet meer bovenop, denk ik.
Omdat op dit moment dat ik het nu schrijf... is die hele toestand met Israël en Iran aan de gang... en Trump die er een beetje naast zit. Dus dat hele spel dat wordt weer verder gespeeld. We worden weer verder allemaal vreselijk in de maling genomen. En dan zie je dus dat weer de meeste mensen dat totaal niet in de gaten hebben. En gewoon maar weer meegaan in dat theater wat wordt opgevoerd.
En ondertussen worden we dus maar leeggezogen. De jeugd wordt steeds meer leeggezogen. De jeugd weet steeds minder. De jeugd kan steeds minder. Ze vergeten van alles. Ze gaan gewend raken om alles met AI te doen. Dus de volgende generatie die kan helemaal niks meer. En dan ook nog eens een keer – zo zijn ze allemaal, of verderweg de meesten – geïnjecteerd met een duivels goedje. Wat ervoor zal zorgen dat de volgende generaties gewoon geen kinderen meer kunnen krijgen. En dat mensen allerlei ziektes krijgen daardoor. Of vroeg zullen overlijden.
Ik bedoel, die wetenschap van de toekomst... die maakt het moment waarop ik nu zit... Ik zit in een soort oog van de storm, zeg maar. Ja. Het is nu stil en niks. En als ik terugga... dan kom ik in een... in een hele woeste periode... waarvan ik, nou, wat ik dus net vertelde... die niet waar was... En als ik naar voren kijk, dan kom ik in een vreselijke duivelse woeste periode. Koud en kil en gemeen en duister. Cultuurloos, fantasieloos, harteloos, liefdeloos.
En dat is ook een van de redenen waarom ik dit boek maak. Omdat ik weet het eigenlijk niet meer. Ik weet niet meer wat te doen.
Ik dacht van de week opeens... misschien is de natuur... En de natuur... als je ouder wordt ga je steeds meer de natuur waarderen. Omdat de natuur waanzinnig perfect is. Die prachtige composities heeft gemaakt... in mens, dier en plant. Dat de natuur wellicht bezig is... om van de mensen af te komen, omdat de mens het gewoon verpest heeft. Dat is het enige waar ik eigenlijk op hoop. En dat gun ik dus ook de natuur. Dat de mens gewoon maar moet verdwijnen, want we zijn het gewoon niet waard. Om op deze platte aarde te leven. We zijn het gewoon niet waard.
Want we hebben het gigantisch verknald. En bij elke generatie weer... hadden we de kans om te leren, maar dat is telkens weer teniet gedaan. En er is natuurlijk een kleine groep die daar bewust richting aan heeft gegeven.
Dus... Ik denk eigenlijk dat de natuur maar gewoon ons inderdaad elkaar moet laten uitmoorden en dan is het gewoon klaar. Het is jammer voor de mensen die het allemaal in de gaten hebben en de werkelijke goede mensen... Maar ik denk dat we dat offer eigenlijk maar moeten brengen om deze perfecte compositie die de natuur heeft gemaakt in stand te houden.
Ofoto Ray
Share this post